woensdag 24 juni 2015

Texel


                                   Juttersmuseum

‘Fuut, fuut, fuut” er werd drie keer gefloten, we moesten zoals in het boekje stond verzamelen. We gingen naar het juttersmuseum. Onderweg praatte iedereen met elkaar en hadden we het gezellig.

 Daar aangekomen moesten we de fietsen naast de molen neerzetten en gingen we naar de ingang van het museum. Ik dacht eerst dat het gewoon een klein houten versleten huisje was maar toen we er voor stonden zag ik het tegenover- gestelde: een groot modern pand met veel ramen en voor het museum een container. Het grappige van de container was dat hij zo was neer gezet dat het leek dat hij in de grond weggleed. We gingen naar binnen en naar de kassa de eerste kamer was een winkel met een kassa en een restaurantje. Toen gingen we via de achter kant naar buiten.

 Daar zag je een grote molen en twee oude huisjes. Een was een smederij en de ander een bakkerij aan de andere kant van de molen was het juttersgedeelte daar gingen we naar binnen.


We gingen een kamer binnen. Hij was overvol met strandvondsten. Midden in die kamer was ook een kamer met bankjes daar ging een jutter ons dingen vertellen wat hij had mee gemaakt. Één van die verhalen ging over de vloer in die kamer. Ze hadden zeven pakken van zeven meter lange planken gevonden twee pakken hebben ze zelf gehouden en er een vloer van gemaakt. De andere vijf gingen ergens anders heen. Want eigenlijk mochten ze ze niet houden omdat er waarde aan zat. En hij heeft vroeger ook een potje met geld gevonden maar dat liep voor hem niet goed af want zijn broer heeft er toen een nieuwe scooter van gekocht. En een potje met snoepjes heeft hij gevonden en met zijn broer opgegeten maar daar zat cafeïne in genoeg voor 10 kopjes zwarte koffie. Ik vond zelf de jutter best eng hij kwam de hele tijd heel dicht bij en had een lange grijze baard en een zwarte tand.

Toen gingen we een speurtocht doen. Je moest vragen beantwoorden en daar kwam dan een letter uit en uit die letters kwam weer een woord. Uiteindelijk was het woord : zeegod Neptunus.

Daarna kreeg iedereen van Jan en Martien een soft ijsje. En toen was het alweer tijd om naar het kamp huis te gaan.
Fayline
   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten